Werkwijze van de Werkgroep ornithologisch erfgoed

 

Doel

Het doel van de projectfase 2014-2016 was om zoveel mogelijk bedreigde ornithologische archieven uit de periode 1920-1970, met name van amateurs, te traceren en vervolgens te inventariseren en te ordenen om ze tenslotte veilig te stellen. Na 2016 blijft dit doel van kracht, maar het maken van afspraken over (digitale) ontsluiting is als doel toegevoegd.

Criteria voor waardebepaling en selectie

Voor het belang van structurele archivering hanteert de WOE als hoofdcriterium de informatiewaarde vanuit avifaunistisch en cultuurhistorisch perspectief. Anders gezegd is dit de historisch-ornithologische waarde. Daarnaast speelt de ornithologische reputatie van de primaire verzamelaar een rol. Als kader hiervoor gebruiken wij het boek van prof. Dr. Karel H. Voous, In de ban van vogels, Uitgeverij Scheffers, 1995. . Voous plaatst personen in een raamwerk van onderwerpen (inclusief avifaunistiek), personele contacten, universiteiten, professional of amateur, en landelijk of regionaal. Voous verwijst ook naar Dr. G.A. Brouwer, Historische gegevens van onze vroegere ornithologen en over de avifauna van Nederland, E.J.Brill, 1954. Op zijn beurt verwijst Brouwer ook naar Prof. Dr. Erwin Stresemann, Die Entwicklung der Ornithologie, F.W. Peters, 1951.

Van personen die in dit boek worden behandeld, beschouwen wij de ornithologische reputatie als ‘goed’ mits de inhoud van die behandeling geen aanleiding geeft voor het tegendeel. Bij personen die niet in dit boek worden behandeld, is het eigen oordeel van de WOE doorslaggevend.

Voor de historisch-ornithologische waarde heeft materiaal van vóór 1970 prioriteit. Een ander criterium is dat herkenbaar moet zijn dat alles wat structureel bewaard wordt, waarde toevoegt. De kans hierop is het grootst als het zo veel mogelijk om authentiek materiaal gaat dat in enigszins geordende vorm wordt aangeboden. Maar zelfs als authentiek materiaal goed is verwerkt in toegankelijke publicaties, dan vervalt de noodzaak om fysiek te archiveren.

Afweging met maatschappelijke kosten kan noodzakelijk zijn. De ervaring leert dat daar waar veel gegevens op een geordende manier zijn verzameld, het materiaal het meest waardevol is.

Boeken en tijdschriften

Boeken- en tijdschriftencollecties zijn van belang als daaruit blijkt waarop de archiefvormer zich in de praktijk oriënteerde. Het gaat dus niet om de boeken of tijdschriften zelf maar om de inventarisatie en beschrijving van het boeken- of tijdschriftenbezit van de archiefvormer. De WOE kan behulpzaam zijn bij het goed onderbrengen van “zeldzame” boeken of bij het compleet maken van tijdschriftenseries.

Verenigingsarchieven

De WOE behandelt desgewenst verenigingsarchieven als die een beeld geven hoe vroeger de studie naar vogels werd beoefend.

Leden, agenda-leden en netwerk van de WOE

Ongeveer een derde van de AKN-leden is actief als lid van de WOE. Daarnaast is de archivaris van Naturalis BC ook lid. Verder zijn er buiten deze kern 5 - 10 agenda-leden die door middel van (agenda en) notulen het werk van de WOE volgen; zij worden op specifieke of regionale onderwerpen geraadpleegd. Tenslotte is er een netwerk van organisaties waarmee de WOE samenwerkt.

Lange termijn doel

Onze lange termijn visie op de werkwijze van de WOE omvat de volgende elementen:

  • Relaties aangaan en onderhouden met erkende Nederlandse archiefinstellingen; zie de Almanak van het Nederlands Archiefwezen, een uitgave van de Koninklijke Vereniging van Archivarissen in Nederland;
  • Fungeren als meldpunt voor historische ornithologische archieven;
  • Dienstverlenend zijn naar eigenaren of beheerders van archiefmateriaal. Eigenaren/ beheerders zijn de ‘kapitein op het schip’. De WOE is intermediair tussen eigenaar/ beheerder en de mogelijke archiefinstellingen;
  • Een interne werkwijze die de motivatie ondersteunt;
  • Het opzetten van een regionaal netwerk zodat wij sneller op de hoogte gebracht kunnen worden van mogelijke archieven en gebruik kunnen maken van lokale kennis voor het inventariseren van de waarde van deze archieven;
  • Het systematisch doorwerken van het boek "In de ban van vogels" .

De WOE komt 4 of 5 keer per jaar bij elkaar bij VBN of op locatie (bijvoorbeeld bij het NFM, Rotterdam) om voortgang en planning te bespreken. Behalve per e-mail wordt de feitelijke informatie over de archieven bijgehouden op een voor de leden van WOE toegankelijke site (Dropbox). Een gedeelte van de Dropbox van de WOE is openbaar.

Resultaten

De lijst van personen van wie de werkgroep de archieven heeft geprobeerd te achterhalen of heeft verworven, is tot stand gekomen op verschillende manieren. Ruud Vlek heeft een grote inbreng gehad door veel namen te suggereren. Ook passief werden wij door nabestaanden geattendeerd op archieven. Dat is dan relatief gemakkelijk, maar vaak ook is het in het begin moeilijk om aanknopingspunten te vinden. Met behulp van de huidige digitale hulpmiddelen kon toch veel boven tafel worden gehaald.
Nadat er enige publiciteit was gegeven aan de doelstellingen van de werkgroep, kwam de eerste aanmelding einde 2013 uit het buitenland! Franklin Tombeur (Gent, België) bracht een omvangrijk archief in van jarenlange observaties (met Johan van den Steen) van het Canisvliet gebied en de Zwartenhoekse Kreek, beide gelegen in Zeeuws Vlaanderen. De teloorgang van deze gebieden komt hierin goed tot uiting. Voor de werkgroep was de behandeling van deze archieven een leerproces en het kon afgerond worden door overdracht aan het Zeeuws Archief, Middelburg, op 20 maart 2015.

Er zijn medio 2022 ca. 150 archieven die de WOE onder handen heeft, heeft gehad of waarop de WOE is geattendeerd.