Kees scharringa

  • Archiefnaam: Kees Scharringa
  • Periode: Juni 1974
  • Archiefinstelling: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
  • Locatie: Cranendonck/Budel-Dorplein; GPS: 51.2427, 5.6217; RD: 171.37, 361.52
  • Provincie: Noord-Brabant
  • Soorten: Goudplevier
  • Bron: Fotonegatieven

 

  • Inleiding

Het documenteren van eerste en laatste broedgevallen in Nederland is zowel avifaunistisch als uit oogpunt van beschermingsbeleid belangrijk. Daarom kiest de WOE ervoor om dit beknopte archief over de Goudplevier toegankelijk te maken. Een extra overweging daarvoor is dat het hier een “bijna endemische ondersoort” voor Nederland betreft maar dat met de huidige taxonomische inzichten nog niet helder is of deze ondersoort voldoende gevalideerd is. De IOC-checklist behandelt P. apricaria als monotypisch, terwijl HBW-Alive en Howard en Moore wel twee ondersoorten erkennen.

  • Archiefbeschrijving

Gearchiveerd zijn de originele negatieven en de bijbehorende scans van opnamen van het laatst bekende broedgeval van de Goudplevier in Nederland. Daarop zijn te zien het nest met eieren, en de directe omgeving van het nest.

  • Ornithologische betekenis

Dit is (tot 2020) het laatste broedgeval van de soort in Nederland. Het betreft de zuidelijke ondersoort apricaria. In de 19de en het begin van de 20ste eeuw was de Goudplevier een kenmerkende broedvogel van onze (levende) hoogvenen.

  • Links

 

  • Over de archiefvormer

Uit: K.H. Voous, In de ban van vogels, Uitgeverij Scheffers, 1995. [21.III.1994]

SCHARRINGA, Cornelis Johannes Gerardus, 9 november 1947, coördinator fauna-onderzoek. Kees Scharringa werd geboren te Zutphen, volgde de Middelbare Landbouwschool te Utrecht (1965-1967) en de HBO-A opleiding oecologisch analist te Amsterdam (1971-1973). Hij werkte als chemisch laborant, daarna als oecologisch analist aan de Landbouwuniversiteit Wageningen (1973-1979) en vervolgens als oecologisch medewerker bij de afdeling Onderzoek en Informatie van de Dienst Ruimte en Groen van de Provincie Noord-Holland voor de coördinatie van het vogelonderzoek ten behoeve van ruimtelijke ordening en milieubeheer. Vanuit deze functie is hij actief in verschillende ambtelijke en semi-ambtelijke organisaties en in het algemeen bestuur van SOVON.
Kees Scharringa was vanaf omstreeks zijn elfde jaar met vogels bezig in de omgeving van Bilthoven en Utrecht, al spoedig in NJN-verband (Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie) en als lid van de Vogelwacht "Utrecht", later alleen of met enkele vrienden. Zijn eerste vogelboek was W.H. van Dobben, "Wat vliegt daar?" Behalve vogels interesseren hem ook andere facetten van de natuur, van kevers tot zoogdieren en planten. Hij wordt geboeid door het verrassingselement waarmee het waarnemen van vogels in de natuur gepaard gaat. De onverwachte vondst van het nest van een Goudplevier bij Budel (NB) in 1975 heeft diepe indruk op hem gemaakt.
Kees Scharringa heeft zich ontwikkeld tot een uitstekend waarnemer. Hij behoort tot de eerste leden van de Dutch Birding Association en beschreef reeds in de eerste jaargang van Dutch Birding de eerste door de CNA erkende waarneming van de Bruine Boszanger Phylloscopus fuscatus in Nederland (19 october 1978, tussen de elzenhagen bij Oosterend, Terschelling) (1 (2 & 3, 1979): 75-76). Hij werd lid van de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna (CDNA) (1978-1985) en beschreef met E.R. Osieck, later met Joke E. Winkelman, "Zeldzame en schaarse vogels in Nederland" in 1976 tot en met 1984 in "Limosa" en met J.J. Blankert & CDNA Rare birds in the Netherlands in 1982, 1983 en 1984 (Dutch Birding 6, 7 en 8, 1984, 1985, 1986). Het zijn uitstekende en functioneel geïllustreerde verslagen.
In samenhang met zijn functie bij de Provincie was hij een belangrijk mede-redacteur en mede-auteur van het regionale avifaunaboek "Broedvogels van Noord-Holland", uitgegeven door de Stichting Samenwerkende Vogelwerkgroepen Noord-Holland en het Provinciaal Bestuur van Noord-Holland (red. Wim Ruitenbeek, Kees Scharringa & Piet J. Zomerdijk, 1990). Hij publiceerde verschillende artikelen in het Noord-Hollandse tijdschrift "De Graspieper" (1984-1990), voornamelijk over weidevogels en de daarop afgestemde inventarisatie- en meetmethoden en heeft ook bij andere gelegenheden over de vogels van de Hollandse veenweiden gepubliceerd.
In tegenstelling tot zijn jongere broer Jelle (geb. 1956) heeft Kees Scharringa niet veel gereisd. Mede op ornithologisch gebied was zijn voor een deel in Suriname doorgebrachte militaire diensttijd (1967-1969) een belevenis voor het leven, evenals een reis naar de Varangerfjord in Noord-Noorwegen in 1975.
Kees Scharringa is een van de wat oudere, stabiliserende figuren in het drukke gedoe van de eerste ambitieuze DBA-vogelwaarnemers. Hij trekt graag met zijn kinderen er op uit om naar vogels te kijken, onder meer naar Spanje en zag daar in 1993 Keizerarend en Zwarte Ooievaar op hun nesten en een Duponts Leeuwerik met vliegvlug jong.

Publicaties

Scharringa C.J.G. 1976, Broedgeval van de Goudplevier, Pluvialis apricaria apricaria, in Brabant. Limosa 49:109-110.

 

Omgeving en nest van de Goudplevier, 16 juni 1974, fotograaf C.J.G. Scharringa