Morinelplevier, Noordoostpolder, mei 1961, J.F. Sollie                           

 Jo Sollie

 

  • Periode: 1961-1963
  • Archiefinstelling: Stichting Natuurmuseum West Overijssel, Zwolle
  • Locatie: Noordoostpolder
  • Provincie: Flevoland
  • Soorten: Morinelplevier
  • Bron: Film
  • Inleiding

In de eerste helft van mei 1961 werd Jo Sollie telefonisch benaderd door een landbouwer ten zuiden van Emmeloord (Noordoostpolder) met het verzoek eens langs te willen komen, omdat op zijn land een vogel broedde, die hij niet thuis kon brengen en die zich zeer mak toonde. Dat bleek tot verassing van velen een broedende Morinelplevier. Morinelplevieren plegen te broeden in de bergen van Scandinavië, Schotland met nog een ijstijdrelict in Oostenrijk en Zwitserland. Hier in Nederland broedde de soort dus onder de zeespiegel. Na 1961 is het broeden door nestvondsten bevestigd in 1965 (Noordoostpolder) en in 1963, 1964, 1965, 1966 en 1969 (alle in Oostelijk Flevoland).

 

  • Archiefbeschrijving

Dit archief bevat een enkele foto gemaakt door Jo Sollie van het eerste broedgeval van de Morinelplevier in de Noordoostpolder en twee films die in 1961 en 1963 gemaakt zijn van broedende Morinelplevieren, waar Sollie bij betrokken was.

 

  • Ornithologische betekenis

Jo Sollie heeft de eerste broedgevallen van de Morinelplevier in Nederland vastgesteld en beschreven.

 

  • Downloads

 

Sollie, Limosa jrg. 34, nr. 3/4, 1962, p. 274-276
PDF – 348,0 KB 228 downloads

 

  • Links
  • Over de archiefvormer

uit: K.H. Voous, In de ban van vogels, Uitgeverij Scheffers, 1995. [21.V.1993]

SOLLIE, Johan Frederik, 10 maart 1920 - 21 november 1975, journalist, publicist, vogelfotograaf, Jo Sollie werd geboren in Kampen en is zijn leven lang aan de streek en de latere IJsselmeerpolders trouw gebleven. Hij werkte vanaf de oorlogsjaren in diverse functies in de nog jonge Noordoostpolder. Hier werd hij tijdens de grote razzia in november 1944 door de Duitsers gevangen genomen en naar Duitsland afgevoerd. Na de oorlog werkte hij tot 1958 bij de Rijksdienst voor het Archeologisch Bodemonderzoek op Schokland onder de scheepsarcheoloog en natuurbeschermer Gerrit D. van der Heide en vervolgens, als late journalistieke roeping, vanaf 1 april 1958 bij de redactie van Tijls Bladen (provinciale bladen, Zwolle), die ook de groeiende bevolking van de IJsselmeerpolders bediende.

Sollie was autodidact, met wat genoemd wordt een natuurlijke vaardigheid in schrijven en ontwikkelde zich tot een natuurbeschrijver en natuur- en vogelfotograaf, die honderden kleine en grote artikelen in Tijls Bladen schreef, vaak vergezeld van zelf gemaakte foto's. In de beginjaren had hij zelf zijn eigen platencamera's gebouwd. Sollie vond ook een methode uit om in strenge winters hongerige Kerkuilen en andere uilen in het wild in leven te houden. Hij legde visafval uit in half afgebouwde huizenblokken in Oostelijk Flevoland om ratten aan te lokken, die op hun beurt als voedsel voor de nu in een veilige plaats geconcentreerde uilen konden dienst doen. In latere jaren, toen zijn gezondheid achteruitging, verzorgde hij ook, onder pseudoniem "Esox", een veel gelezen hengelsportrubriek en organiseerde hij de jaarlijke Tijl-viswedstrijden.

Sollie stelde het 10de verslag over de broedvogels van de Noordoostpolder (1953 t/m 1957) samen (Limosa 31 (1958):133-151). Het hoogtepunt in zijn journalistieke loopbaan en in zijn leven als vogelwaarnemer was zijn ontdekking van de eerste twee nesten van de overigens arcto-alpien verspreide Morinelplevier in Nederland in mei en juni 1961, resp. in een nog kaal bietenveld en een nog grotendeels kale aardappelakker 4m beneden zeeniveau in de Noordoostpolder. Eigen gemaakte foto's vergezellen de publicatie daarvan in Limosa (1961) en in het Vogeljaar (1961), terwijl G. de Ruijter, destijds onderwijzer te Ens, van het eerste broedgeval een 8 mm kleurenfilm maakte, waarop onder meer de in Sollie's hand broedende Morinelplevier, als was het Bengt Bergs "vriend uit Lapland", te zien is. Ook de door Sollie er als getuige bij geroepen vogelwachter J.A.F. Koridon uit Kampen heeft dia's van de broedende Morinelplevier gemaakt. In 1962 zijn geen nesten van de Morinelplevier in de Noordoostpolder gevonden (Sollie 1962), maar nadien hebben tientallen paren van deze vogels, met name in 1965 in Oost-Flevoland gebroed (Sollie 1965). Hoe de situatie zich verder heeft ontwikkeld is onvoldoende bekend.

Minstens 450 vogeldia's, waaronder 27 van de Morinelplevier, maar ook van Reeën, Edelherten, Zwijnen en insecten en duizenden fotonegatieven zijn door mevrouw Sollie in 1986 aan het Natuurmuseum West Overijssel te Zwolle geschonken. Daar worden ook Sollie's krantenartikelen en een copie van De Ruijters film bewaard. Een aan Sollie gewijde foto-tentoonstelling werd in 1988 in dit museum gehouden. Sollie's vlinderverzameling is aan het Johannes Calvijn Lyceum te Kampen geschonken.

Sollie was een gedreven, altijd bedrijvig journalist en vogelfotograaf, een éénling, maar met een groot gevoel voor verantwoordelijkheid en groot gezag in journalistieke kringen. Hij stierf in het harnas, toen hij op het punt stond in Akkrum, Friesland, een dialezing te houden.

Publicaties

Naast zijn journalistieke werk, 6 artikelen in Limosa en het Vogeljaar. Geraadpleegd. Mevr. V. Sollie-de Leeuwe (Kampen), drs. Jaap van Dijk (Natuurmuseum West Overijssel, Zwolle), G. Frank (Kamperveen), A. Timmerman Sr. (Harderwijk).

 

  • Publicaties

Sollie J.F. 1958, Noordoostpolderbewoners, 10e bericht; broedseizoen 1953 t/m 1957, Limosa 31(2):133-151.

Sollie J.F. 1961, Twee broedgevallen van de Morinelplevier Charadrius morinellus in de Noordoostpolder, Limosa 34(3):274-276.