Ontstaan van de werkgroep ornithologisch erfgoed

 

Inleiding

Met het boek In de ban van vogels (Voous 1995) hebben wij een bruikbaar overzicht van de veldornithologen in de eerste helft van de vorige eeuw. Er waren toen maar heel weinig professionele ornithologen. Amateurs deden veel avifaunistisch onderzoek en voor een deel is dat niet in regionale avifauna’s verwerkt. Tot 1970 speelde dit zich af in het predigitale tijdperk. De onderzoekers zijn inmiddels hoogbejaard of overleden. De uitdaging is dan ook om de onderzoeksresultaten vooral uit de periode 1920 tot 1970 structureel veilig te stellen en toegankelijk te maken. In 2013 is dit vanuit de Nederlandse Ornithologische Unie (NOU) opgepakt door de Avifaunistische Kring Nederland (AKN). Bij de oprichting van de AKN in 2012 was aandacht voor ornithologisch erfgoed uit de periode 1920 - 1970 één van de uitgangspunten. Over de periode vóór 1920 zie het proefschrift van Jan Hendrik de Rijk, Vogels en mensen in Nederland 1500-1920. De periode 1920-1970 is het ‘pre-digitale tijdperk’. Na 1970 is Sovon als kenniscentrum actief.

De ‘opdracht’ van het NOU-bestuur bij monde van Joost Tinbergen (toenmalig voorzitter) en Ekko Smith (toenmalig penningmeester), was om dit projectmatig aan te pakken. Daarom zijn de activiteiten ingebed in een werkgroep van de AKN, de Werkgroep Ornithologisch Erfgoed (WOE). Vanaf het begin stond ons een landelijke aanpak met betrokkenheid van Naturalis Biodiversity Center, NOU, Sovon en Vogelbescherming Nederland (VBN) voor ogen. Op 1 oktober 2013 werd deze betrokkenheid beklonken in een oprichtingsvergadering bij VBN.

De AKN-activiteiten in de WOE zijn financieel gesteund door het Prins Bernhard Cultuurfonds, het IJsvogelfonds van VBN, de Stichting Jaap van Duijn Vogelfonds en de NOU.

Motivatie

De AKN en daarmee de WOE, is een vrijwilligersorganisatie. De motivatie van de deelnemers is een belangrijke factor. Momenteel zijn er ca 15 actieve deelnemers in de WOE. Zij hebben over het algemeen een gevorderde leeftijd. Daarom is de motivatie vooral het uitwisselen van gegevens en eigen ervaringen van vroeger. Dat helpt bij het bepalen van de (ornithologische) waarde van oud archiefmateriaal. Ongeveer de helft van de deelnemers was vóór de opheffing in 2012 van de Club Nederlandse Vogelkundigen (CNV) lid van deze NOU-sectie. De CNV was vroeger actief in het verzamelen van ornithologische archivalia. Het komt daarom regelmatig voor bij het traceren en bewerken van archiefmateriaal dat één of meer van de WOE-deelnemers de betreffende archiefvormer hebben gekend. Dat verhoogt de motivatie.

Kort chronologisch overzicht

De bestaansperiode van de WOE is in drie perioden te verdelen. Van begin 2013 tot maart 2014 zijn praktische zaken voorbereid in het besef dat de WOE een leerproces zou moeten doorlopen van tenminste twee jaar. Voor de begeleiding van dat proces werd Ruud Vlek ingehuurd als ornithologisch archiefspecialist. Om de kosten te dekken werden subsidies geworven. Met het NOU-bestuur werden afspraken gemaakt over cofinanciering en eindverantwoordelijkheid. De gesubsidieerde projectperiode liep van 2014 tot 2016. Daarna begon de derde periode (tot nu toe) waarin AKN en NOU zelf de kosten dekken en de projectstatus is veranderd in ‘werkgroep’.