Tom Lebret

 

  • Periode: 1932-1982
  • Archiefinstelling: Regionaal Archief Dordrecht
  • Locatie: Heel Nederland maar in het bijzonder De Biesbosch en Zeeland. Buiten Nederland Zwitserland en de Dobroedsja in Roemenië
  • Soorten: zwanen, ganzen, eenden, kustbroedvogels, Kwak en de avifauna van de Dobroedsja
  • Bron: Dagboeken, veldnotities

 

  • Inleiding

De Werkgroep Ornithologisch Erfgoed ontving via verschillende kanalen ornithologische archivalia van Lebret. Het overgrote deel werd door de weduwe nagelaten aan Huub Oome en Gerard Ouweneel. Voorts bleek Sovon Vogelonderzoek Nederland stukken in bezit te hebben en tenslotte gaf Lebrets zoon Erik archiefmateriaal af bij Vogelbescherming Nederland in Zeist. Het geheel werd door Ouweneel onderzocht en beschreven. Bij deze stukken bevonden zich de jeugdvogeldagboeken van Lebret, welke de periode 1932-1938 beslaan, het tijdvak dat de jonge Lebret het Johan de Witt-gymnasium in Dordrecht doorliep. In die periode bezocht hij enkele malen per week voor vogels het Eiland van Dordrecht en de Biesbosch. Omdat de aan de hand van die excursies vastgelegde veldwaarnemingen een boeiend en gedetailleerd beeld geven van de avifauna van de Biesbosch, literair opmerkelijk zijn, het inzicht  verruimen in de mate waarin Lebret zich verdiepte in het bestaan van watervogels en hij ook aandacht besteedde aan de mensen van de Biesbosch in de dertiger jaren van twintigste eeuw schreef Ouweneel een boekje over die vogeldagboeken.

 

  • Archiefbeschrijving  

Zie onder Downloads voor een beschrijving van dagboeken, veldnotities, rapporten en correspondentie over het tijdvak 1932-1982.

 

  • Ornithologische betekenis

Lebret werd na 1940 een nationale en internationale autoriteit op het gebied van watervogels, een visionaire vogelbeschermer. Hij was bestuurslid van vogelbeschermings- en landschapsorganisaties, waarvan hij aan het roer stond in de roerige tijd toen als gevolg van de Deltawerken het landschap in Zuidwest-Nederland en daardoor ook de avifauna hevige milieuschokken te verwerken kreeg. Lebrets oeuvre, zowel via boeken als tijdschriftartikelen, over (water)vogels, vogelbeschermings- en landschapsbeheerproblematieken en ook de jacht is veelomvattend.

 

  • Downloads
    Gerard Ouweneel, Inventarisatie en beschrijving ornithologische nalatenschap Thomas Lebret
    PDF – 95,4 KB 139 downloads

     

    • Over de archiefvormer

    Uit K.H. Voous, In de ban van vogels, Uitgeverij Scheffers, 1995 [28.V.1993], met aanvullingen van G.L. Ouweneel (2022).

    LEBRET, Thomas, 10 september 1918 - 19 juni 1982. Officier van justitie en groot kenner van waterwild en jacht. Tom Lebret stamde uit een Dordrechts geslacht. Hij werd lid van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) en studeerde rechten aan de Rijksuniversiteit Leiden. In mei 1940 raakte hij door gevechtshandelingen in Dordrecht licht gewond.

    Door zijn standplaats als griffier, later officier van justitie te Middelburg, zat hij met zijn neus boven op beschermings- en beheerkwesties van het Deltagebied. Hij heeft daarover veel gepubliceerd en zich voor het natuurbehoud in Zeeland zeer verdienstelijk gemaakt (H.P. Gorter 1986: 244, 245, 316). Reeds op jeugdige leeftijd zwierf Lebret door de Biesbosch, vaak in gezelschap van jagers. kooikers, vissers, griendwerkers en biezensnijders. Daar leerde hij het waterwild kennen en raakte hij voor zijn gehele verdere leven in de ban van alles wat te maken had met watervogels. Hij deelde zijn watervogelfascinatie met Sir Peter Scott, die kort na WOII Nederland bezocht. Deze richtte in 1946 in Slimbridge de Severn Wildfowl Trust op en wilde graag de ‘Dutch decoys’ leren kennen.  Omdat Lebret al tijdens zijn jeugdjaren in de Biesbosch de kneepjes van het kooikersbedrijf had leren kennen en hij tijdens WOII in Friese eendenkooien ondergedoken zat, bezocht hij met Scott een aantal eendenkooien. Ze raakten bevriend, een vriendschap die onder meer leidde tot drie gezamenlijke winterreizen naar de Roemeense Dobroedsja (1969, 1974, 1977) om daar overwinterende Roodhalsganzen te bestuderen (A.J. Dijksen e.a. 1973, Ardea 61:159-178).

    Over het land, het water en de vogels van de Biesbosch heeft hij vele malen op meeslepende wijze geschreven, zoals in Achter de schermen (met G.D. van der Heide, 1944), Suizende wieken, over watervogels en eendenkooien (met tekeningen van Peter Scott, 1952). De Biesbosch, land van het levende water (met de jong overleden Cees J. Verhey en anderen, 1961) en Biesbosch-vogels (1979).  Hij was co-auteur van het boek Wilde ganzen in Nederland (1976).  Met zijn vriend G.W. Harmsen had hij reeds in 1946 in de Biesbosch een kleine broedkolonie van de Kwak ontdekt (1947, 1964). Later hoopte hij dat er ook Aalscholvers zouden komen broeden. Met dat doel voor ogen werd in 1982 in de Dordtsche Biesbosch door de Vogelwerkgroepen Dordrecht en Zundert het begin van een bos aangeplant Lebret, Vogels 2(1982):131-132. Dit bos zou later het ‘Lebret-bos’ worden genoemd Vogels 3(1983):91). Aalscholvers hebben de Biesbosch inderdaad herontdekt als broedbiotoop, zij het schoorvoetend.

    Tom Lebret wist uit schijnbaar onbelangrijke waarnemingen aan eenden en ganzen allerlei theoretisch belangrijke aspecten te onthullen (bijvoorbeeld 1950, 1956, 1958, 1961, 1974, 1982). Hij bestudeerde het gedrag van ganzen zowel in Nederland, als aan de Coto Donaña in Spanje, in Canada, aan de Neusiedlersee in Oostenrijk, de grasvlakten van Hongarije en in de Dobroedsja in Roemenië (Roodhalsganzen: Lebret, De Lepelaar 55(1978):14-17, 31-32); G.L. Ouweneel, De Levende Natuur 78(1975):54-62, Vogels 10(1990):103.

    Lebret was bestuurslid van de Stichting Het Zeeuwsche Landschap (secretaris 1947-1967, voorzitter 1967-174), Natuurmonument De Beer (1967-1974), de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels (Vogelbescherming) (1947-1979). Voorts vertegenwoordigde hij Vogelbescherming in de Nederlandse Afdeling van de Internationale Raad voor de Vogelbescherming (ICBP/CIPO) en in de Jachtraad. Ook was hij Nederlands vertegenwoordiger in de International Wildfowl Research Bureau (IWRB).        

    Lebret heeft veel gepubliceerd in de tijdschriften Ardea, Limosa, het Vogeljaar, De Levende Natuur, Natuur en Landschap, De Wandelaar, In Weer en Wind, De Lepelaar, Vogels en Wildfowl. Zijn laatste postuum verschenen artikelen over door hem op 26 februari 1982 bij Veere gefotografeerde van, naar het hem toescheen, een bastaardfamilie van Brandgans en Sneeuwgans (Limosa 56(1983):18-19, en over Spreeuwenwolken en andere ‘vogelwolken’ (Vogels 3(1983):30-33). Lebrets voornemen om een monografie te schrijven over de Wilde Eend werd in 2021 door G.L. Ouweneel verwezenlijkt, waarbij deze mede gebruik maakte van door Lebret verzameld materiaal.

    Het belangrijkste is waarschijnlijk zijn ornithologische uitwerking van professor Victor Westhofs begrip milieu-dynamiek (Limosa 47(1974):100-130 en Biesbosch-vogels (1979):29-31), dat, de wonderlijke benaming ten spijt, een eigen en direct herkenbaar leven is gaan leiden. In dit kader werd door Lebret aan het foerageergedrag van ganzen en, naar hij hoopte, aan de binnenkort te verwachten invoering van Bevers in Nederland (Natuur en Landschap 1976:18-23) een ruime plaats toebedacht. In zijn latere leven is Lebret zich meer en meer tegen de ganzenjacht gaan verzetten (zie W. Verhoeven 1982).  

    • Lebret was een oorspronkelijk denker en zelfstandig onderzoeker, met een grote intuïtie voor de aard van de biologische en natuurbeschermingsproblemen die hij tegenkwam en die hij op een kleurrijke en geheel eigen wijze placht te analyseren en probeerde op te lossen. Hij was een onbevangen, maar vasthoudende natuur- en vogelbeschermer. Voor zijn publicaties en inspanningen op het gebied van natuur- en vogelbescherming ontving hij in 1969 de Heimans en Thijsse Prijs (Westhof 1969) en in 1980 de Gouden Lepelaar van Vogelbescherming (Vogels 1 (1981): 141). Wegens zijn grote verdienste voor vogel- en landschapsbescherming in de Delta kreeg een van de vijf op de Ventjagersplaat in het Haringvliet door Rijkswaterstaat opgespoten eilanden voor kustbroedvogels de naam Lebret-eiland.                 

    Biografieën

    Ouweneel G.L. 1982, Mr. T. Lebret, Vogels 11:172.

    Ouweneel G.L. 1990, Vogelaars kijken. Roemenië, Vogels 10:103.

    Sponselee G. 1982, In memoriam: mr. Thomas Lebret, het Vogeljaar 30:20-24.

    Verhoeven W. 1982, In memoriam mr. T. Lebret, Nederlandse Jager 87:496.

    Westhoff V. 1969, Heimans- en Thijsseprijzen werden toegekend aan: E. Kortenoever, Mr. T. Lebret, J. Philippona, het Vogeljaar 17:163-168.

     

    • Aanvulling WOE

    Ouweneel G.L. 1982, Mr. Thomas Lebret, Limosa  55: 103-104.

    Ouweneel G.L. 2017, Biesbosch-vogels. De jeugddagboeken van Tom Lebret, Uitgeverij Liverse. Dordrecht.

    Ouweneel G.L. 2022, Biografie Thomas Lebret (1918-1982), In Avifauna Zeelandica, Deel 1: 96. Sovon Vogelonderzoek Nederland. Nijmegen.   

    Scott P. 1985, Travel Diaries of a Naturalist II. Collins. Londen.